Naaipatronen

De patronen uit deze webwinkel bestaan uit knipmallen, maattekeningen of een combinatie daarvan. Een knipmal is op ware grootte en krijg je in twee of drie stukken als het patroon niet op één A4tje past. Bij meer stukken krijg je een maattekening en teken je zelf het patroon op ware grootte uit. Het enige dat je nodig hebt is een groot stuk papier (krant, behang), een liniaal of meetlint, een stift en een schaar. Patronen zijn zonder naadtoeslag.

Patroontekenen
Zelf een patroon uittekenen, zoals het Pippi-Langkous-schortje is makkelijk. Je begint met een rechthoek van de buitenmaten waar je punten in uitzet en vervolgens verbind je deze punten. Rechte lijnen kun je vouwen, dan zijn ze altijd recht. Vloeiende lijnen hoeven niet in één keer goed te zijn, probeer de voorbeeldlijn zo goed mogelijk te volgen, schets totdat je tevreden bent en knip die lijn uit.



Voor een (deel van een) cirkel staat de straal en de hoek op de maattekening.

• Een kwart cirkel = 90 graden, neem als middelpunt van de cirkel de hoek van het papier.
• Een halve cirkel = 180 graden, neem als middelpunt van de cirkel het midden van de zijkant van het papier.
• Een hele cirkel =  360 graden, neem als middelpunt van de cirkel het midden van het papier.
• Bij andere cirkelbogen; knip de hoek van de maattekening uit of neem de hoek over met behulp van een geodriehoek.

Vanuit het middelpunt van de cirkel zet je de straal met behulp van een liniaal meerdere keren uit en deze punten verbind je vloeiend. Of gebruik een touwtje ter lengte van de straal als "passer".